Wat is de Heilige Driehoek?

Hier vindt u het antwoord op de vraag:
wat is de Heilige Driehoek?
U kunt een beschrijving lezen van het gebied,
van de waarden, van de geschiedenis,
de natuur en de kloosters.


Hieronder staan deze aspecten vermeld:

Het gebied

De Heilige Driehoek in Oosterhout bestaat uit een aaneengesloten gebied met als kern drie aan elkaar grenzende kloostercomplexen: Sint Catharinadal, de Onze Lieve Vrouweabdij en de Sint Paulusabdij. Daaromheen liggen tuinen, landerijen en monumentale boerderijen, gesitueerd in een historisch patroon van waterlopen en houtwallen.


De waarden

De Heilige Driehoek verenigt een groot aantal waarden in zich: religieus, cultuurhistorisch, monumentaal, landschappelijk, ruimtelijk-stedebouwkundig en als ensemble. Het is een zeldzaam, uniek en gaaf bewaard gebied.

Religieus

De bewoners van de drie kloosters brengen hun leven door in gebed, meditatie, stilte en arbeid. De kloosters vormden en vormen een religieus, spiritueel en cultureel middelpunt. Jaarlijks brengen duizenden bezoekers uit binnen- en buitenland een (korte) periode door in de gastenverblijven van de kloosters om zich te bezinnen en te delen in de gebedsdiensten en het sprituele en culturele leven van de kloosterlingen.

Cultuurhistorisch

Alle drie de kloostergemeenschappen hebben in de loop van de tijd in Oosterhout een wijkplaats gevonden, omdat hun voortbestaan elders werd bedreigd of onmogelijk was geworden. In de zeventiende eeuw was dat al het geval met de norbertinessen, die vanaf die tijd het slotje De Blauwe Kamer bewonen. In het begin van de twintigste eeuw vestigden zich vanuit Frankrijk de benedictinessen en de benedictijnen in Oosterhout. De drie kloostergemeenschappen, hoewel beschouwend van aard, hebben altijd nauwe banden onderhouden met de Oosterhoutse gemeenschap en de Nederlandse samenleving, met de Nederlandse kerkprovincie en de oecumenische beweging. Voor de instandhouding van het Gregoriaans bijvoorbeeld waren de kloostergemeenschappen van onschatbaar belang.

Monumentaal

De kern van de Heilige Driehoek wordt gevormd door de drie kloosters. De gebouwen van Sint Catharinadal en de Sint Paulusabdij zijn aangewezen als rijksmonument. De gebouwen van de Onze Lieve Vrouweabdij zijn aangewezen als gemeentelijk monument. Mogelijk worden ook deze gebouwen nog op de rijksmonumentenlijst geplaatst. In het gebied van de Heilige Driehoek ligt daarnaast nog een aanzienlijk aantal oude structuren, monumenten, beeldbepalende panden, monumentale bomen en groenpartijen en oude wegen en waterlopen.

Landschappelijk

In de Heilige Driehoek is de historische samenhang tussen bebouwing, beplanting en wegenloop nog duidelijk zichtbaar. In het gebied zijn bovengronds nog een paar van de voor Oosterhout zo karakteristieke “rullekes” aanwezig, kleine beekloopjes die het water afvoerden van de hoger gelegen dekzanden naar de lager gelegen polders. De slotgracht van Sint Catharinadal wordt door een rulleke van water voorzien.

Ruimtelijk-stedebouwkundig

Binnen de huidige stadsstructuur van Oosterhout is de Heilige Driehoek vanwege zijn karakteristieken zowel een stiltegebied als een groene long. Vanwege zijn ligging, ingekneld tussen de bebouwde kom en de A27 blijft het gebied in de totale ruimtelijke structuur van Oosterhout nu en in de toekomst van onschatbaar belang als groene en ecologische zone.

Ensemble

In de toelichting bij de Cultuurhistorische Waardenkaart van Noord-Brabant is de Heilige Driehoek als historisch-stedebouwkundige structuur van de 1e categorie opgenomen, dat wil zeggen als “gebied van topkwaliteit”. De Heilige Driehoek is uniek in Nederland en ver daarbuiten.

[/col] [/row]

De geschiedenis van de Heilige Driehoek

Het gebied van de Heilige Driehoek ligt in de overgangszone tussen de Brabantse zandgronden in het zuiden en het Nederlandse delta- en rivierengebied meer noordelijk. Het reliëf en de bodem rond Oosterhout vormden zich vanaf
ongeveer twee miljoen jaar geleden. De Rijn en de Maas voerden enorme pakketten zand, grind, keien en klei aan, de zogenoemde Formatie van Sterksel. De Rijenbreuk in het Brabants Massief heeft er voor gezorgd dat deze Sterkselgronden bij Oosterhout iets omhoog werden geduwd tot een rug. Aan het einde van de laatste ijstijd zijn op de Sterkselgronden windafzettingen van leemhoudende fijne zanden afgezet.

De dikte van deze dekzanden loopt bij Oosterhout uiteen van enkele decimeters tot ongeveer drie meter. Door de toenemende temperatuur ontstond er veengroei in de lage delen van het landschap. Omstreeks drieduizend jaar geleden lagen er uitgestrekte veengebieden ten westen van Oosterhout. In dit nog natuurlijke landschap zwierven jagers, vissers en verzamelaarsgroepen rond. Van deze groepen zijn in Oosterhout artefacten van vuurstenen gevonden.

Woonlocatie voor de boeren

Dan doen de boeren met hun sedentaire levenswijze hun intrede. De eerste boeren rond Oosterhout behoorden waarschijnlijk tot de zogenoemde Klokbekercultuur van omstreeks 2500 voor Christus. In de ijzertijd en de Romeinse tijd is het gebied van de Leijsenakkers, waar ook de Heilige Driehoek onderdeel van maakt, in gebruik geweest bij de inheemse boerengemeenschappen. Deze akkergebieden werden vanuit het zuiden bedreigd door erosie. Pas geploegd akkerland van leemarm dekzand waaide weg, waardoor er uitgestrekte stuifzandgebieden ontstonden. Tegenmaatregelen bestonden in het plaatsen van heggen en het aanleggen van houtwallen. Vanuit de rivierdelta in het noorden dreigde een ander gevaar. De zee sloeg steeds meer bressen in het land, culminerend in de St. Elisabethsvloed van 1421. Tussen Geertruidenberg en Oosterhout ontstond een groot binnenmeer. Gelukkig werd de vloed beteugeld door de stevigheid van de kleilagen in de Formatie van Sterksel. Door plaggenbemesting zijn de Leijsenakkers gedurende honderden jaren opgehoogd tot vruchtbare akkers. Door de verstedelijking van Oosterhout vormt de Heilige Driehoek zo langzamerhand het laatste open restant van deze succesvolle woonlocatie voor boeren vanaf de prehistorie.


De natuur in de Heilige Driehoek

Stap terug in de tijd

In de Heilige Driehoek is er een sterke samenhang tussen cultuurhistorie, landschap en natuurwaarden. Soms lijk je een eeuw in de tijd terug te stappen. Dat gevoel wordt niet alleen ingegeven in het kloostergebied met zijn lanen, bossen, grachten en gebouwen. Ook de Leijsenstraat en het Helleke met hun oude boerderijen, landbouwgronden, historische houtwallen, hagen en paden met ouderwetse kinderkopkes, bieden een landschap dat je nauwelijks meer tegenkomt. Langzaam maar zeker heeft het stedelijk gebied van Oosterhout zich tot aan de rand van De Heilige Driehoek uitgebreid. Desondanks straalt de Heilige Driehoek nog veel uit van de historie en het landschap van weleer. Juist door deze kwaliteiten leeft hier een groot aantal planten- en diersoorten.

Agrarisch cultuurlandschap

De bodem in het gebied van de Heilige Driehoek bestaat uit voedselarm zand. De natuurontwikkeling hangt nauw samen met het agrarisch cultuurlandschap, zoals dat gedurende vele eeuwen door boerenhanden is gevormd. Houtwallen, hagen, struwelen, knotwilgen, gegraven sloten en oude bolle akkers bieden een prima combinatie voor veel planten- en diersoorten. Een extra invloed op de hoge natuurwaarde van het gebied hebben ook de kloosterlingen met hun bostuinen, boomgaarden en lanen. Het “ecologisch hart” van de Heilige Driehoek wordt nu gevormd door het stinzebos van de Paulusabdij en zijn randzone van agrarisch gebied, de bomenrijen, oeverruigt en struwelen langs de Kloosterdreef, en het stinzebos en de lanen van de Onze Lieve Vrouweabdij. Het overige agrarisch cultuurlandschap met de akkers, de wijngaard en de graslanden, de sloten en greppels, ruige bermen, elzenhagen, knotwilgen en de historische boerderijen met hun oude linden vormen de onmisbare natuurlijke omgeving.


De kloosters in de Heilige Driehoek

Hier vindt u informatie over de drie kloosters in de Heilige Driehoek: het klooster Sint-Catharinadal, de Onze Lieve Vrouwabdij en de Sint Paulusabdij. Links op de navigatiebalk kunt u verder klikken op het klooster van uw keuze.


Het klooster Sint-Catharinadal

De priorij Sint-Catharinadal is sinds 1647 gevestigd in het slotje De Blauwe Camer, een van de fraaiste monumenten van Noord-Brabant.
De norbertinessen die er wonen, kunnen terugkijken op een rijke historie. Het klooster is in 1271 gesticht in Vroenhout, nabij Roosendaal. Daarmee is Sint Catharinadal de oudste kloostergemeenschap in Nederland die kan bogen op een ononderbroken bestaan. Na de Sint Aagtenvloed van 1288 werd het klooster in Vroenhout ernstig bedreigd door het water. Dat was voor de zusters reden om in 1295 uit te wijken naar Breda. Ze zouden daar blijven tot 1647. Toen was het voor de katholieke kloostergemeenschap onmogelijk geworden om zich nog langer in Breda te handhaven; uitoefening van het katholieke geloof was immers na de Opstand moeilijk, zo niet onmogelijk geworden. Zij weken uit naar Oosterhout, waar ze nu nog wonen.

In de priorij leven ongeveer 13 zusters, kanunnikessen, die leven volgens de regel van Sint-Augustinus. Aan de priorij is een Kunstatelier verbonden, dat vooral vermaard is vanwege de restauratie van oude handschriften en boeken. Sinds 2016 heeft de priorij een eigen wijngaard. De wijn wordt in eigen huis gemaakt en gebotteld.
De zusters organiseren regelmatig open dagen, waarop u de priorij kunt bezoeken.

Sint Catharinadal, Kloosterdreef 3, 4901 VP Oosterhout, 0162 – 455556,

www.sintcatharinadal.nl




De Onze Lieve Vrouweabdij

In 1901 vestigden de benedictinessen zich op het landgoed Vredeoord aan de Zandheuvel, een voormalige kostschool, die grensde aan de priorij Sint Catharinadal. De monialen waren uit Wisques (Frankrijk) verdreven door de anticlericale wetgeving van de Franse regering Waldeck-Rousseau. In de loop van de jaren die volgden, bouwden de benedictinessen de oude kostschool uit tot een abdij met kloosterkerk. Het benedictijnse leven schoot wortel in Oosterhout: na enkele jaren traden ook Nederlandse zusters in het klooster in. Na 1944 was de abdij zover ‘vernederlandst’ dat Nederlands de voertaal werd.
In de abdij leven ongeveer 23 zusters volgens de regel van Sint-Benedictus. Het benedictijnse leven kenmerkt zich door het ‘ora et labora’, een afwisseling van werk en gebed. De zusters restaureerden in hun ateliers oude gobelins en iconen. Ze vervaardigen en beschilderen waskaarsen. De Onze Lieve Vrouweabdij kent een gastenhuis waar men een tijdlang intern kan verblijven. Het gastenhuis is altijd druk bezet, dus tijdige reservering is gewenst.

Onze Lieve Vrouweabdij, Zandheuvel 90, 4901 HX Oosterhout, 0162-453296.

https://www.olvabdijoosterhout.nl/


De Sint Paulusabdij

In het kielzog van de zusters benedictinessen kwamen ook de benedictijner monniken uit Wisques naar Oosterhout. Zij bouwden, grenzend aan de abdij van de benedictinessen, in 1907 hun abdij. In de volksmond ging het gebied daarna al snel ‘De Heilige Driehoek’ heten. Ook bij de benedictijnen traden spoedig veel Nederlanders in. Rond 1950 woonden er ruim honderd monniken in de abdij. Vanwege het grote aantal roepingen konden de monniken vanuit de Sint-Paulusabdij de abdij van Egmond herstichten, de abdij Slangenburg in Doetinchem stichten en de abdij in Vaals na de Tweede Wereldoorlog opnieuw bevolken. De benedictijnen waren onder meer vermaard om hun restauratieateliers, de pottenbakkerij en de orchideeënkwekerij.
De monnikengemeenschap is, anno 2006, klein, en sterk vergrijsd. In juli 2006 heeft zij de abdij verlaten om haar intrek te nemen in een kloosterbejaardenoord. De abdij wordt nu bevolkt door leden van de Franse Communauté de Chemin Neuf, een oecumenische gemeenschap met een apostolisch karakter die zich sterk richt op jongeren en gezinnen. De Sint-Paulusabdij had en heeft een gastenverblijf, waar men een tijdlang kan verblijven. Tijdige reservering is gewenst.

Sint Paulusabdij, Hoogstraat 80, 4901 PK Oosterhout, 0162-453394.

http://www.chemin-neuf.nl